HOUTEN SCHIP, IJZEREN BEMANNING.
Bron: Vincent Krabbendam,
Website van de ‘Schuttevaer’.
Trotse bemanning houdt 70 jaar oude mijnenveger in de vaart.
Het kost een hoop tijd, geld en energie, maar de 37 vrijwilligers doen het met alle liefde: een 70 jaar oude mijnenveger in goede staat houden zodat er regelmatig mee naar havenfeesten kan worden gevaren. Gerrit van Elst en Jan Vilijn vertellen wat daar allemaal bij komt kijken en wat er zo mooi is aan werken aan en varen op dit schip. Europa kreeg vanaf 1947 een aantal jaren zogenoemde Marshall hulp uit Noord-Amerika, bedoeld voor de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog en om ons deel van de wereld aan het kapitalisme te binden in plaats van aan het communisme. In deze tijd lag de Noordzee nog vol mijnen, dus als onderdeel van de hulp kwamen er zo’n 400 Amerikaanse mijnenvegers als bouwpakket naar Europa. Van die schepen hadden er 14 Nederland als thuisbasis, en iets meer dan 20 België. Het schip dat nu als AMS-60 Bernisse in Hellevoetsluis ligt, werd gebouwd door J. Boel & Zonen BV in het Belgische Temse en was tot eind vorige eeuw ook vanuit België in gebruik. Daarna trad verval in, totdat een groep Nederlanders het schip kocht en opknapte. Nu ligt het vaarklaar in de jachthaven van Hellevoetsluis. Van daaruit wordt met het schip deelgenomen aan havenfeesten en kan het worden geboekt voor vaartochten. Ook kunnen mensen er terecht voor rondleidingen. Hout en brons, maar geen metaal. Er komt veel bij kijken om het schip uit 1953 in varende staat te houden. Wat dat extra uitdagend maakt is dat het schip van hout is gebouwd. Een mijnenjager die op zeemijnen jaagt mag niet van staal zijn, aangezien de mijnen veelal magnetis
ch zijn, vertelt Gerrit van Elst, voorzitter van de Stichting tot behoud van AMS Bernisse. ‘Sommige dingen konden niet van hout worden gemaakt. Daarvoor zijn niet-magnetische materialen gebruikt. We hebben zo’n 30.000 kilo brons aan boord, onder meer in de vorm van moeren, bouten en schroeven.’ Aan genoeg mensen om het schip in topconditie te houden zal het niet liggen. ‘We hebben momenteel 37 vrijwilligers aan boord. Er is zelfs een stop op nieuwe vrijwilligers’, zegt Van Elst. ‘De oudste die actief meewerkt is 87. Elke woensdag komen mensen echt van heinde en verre om het schip te onderhouden. Zeker 90% heeft een marine-achtergrond, de rest heeft ook gevaren of bij Defensie gewerkt. Zo willen we het ook graag. We spreken dezelfde taal, hebben dezelfde humor en houden de tradities en ceremonies aan boord graag in ere. Iedereen heeft dan ook hart voor de zaak. Als we aan boord komen, voelt dat als thuiskomen.’
De arbeid mag dan gratis en graag worden geleverd,
het onderhoud en het varen met de AMS Bernisse kost veel geld. En dat moet ergens vandaan komen. Als een havenfeest wil dat het schip van de partij is, dan moeten de kosten daarvan worden vergoed. Mensen die een rondleiding krijgen, mogen na afloop een donatie doen en dat levert meer op dan een vaste toegangsprijs,
zo blijkt. En de stichting heeft donateurs. Maar dat alles is niet genoeg. De recente revisie van een van de twee keerkoppelingen was bijvoorbeeld een dure grap.
De stichting, en dan met name bestuurslid Jan Vilijn, onderhoudt daarom een netwerk van bedrijven die kunnen en willen helpen.
Thuishaven Hellevoetsluis
Zo goedkoop mogelijk uit zijn. ‘Gelukkig zijn die er altijd. Ze leveren onderdelen of voeren werkzaamheden uit en nemen zelf een deel van de kosten voor hun rekening. Denk aan de revisie van de koppeling, maar ook zaken als radar, verf, verlichting en andere onderdelen. Dat halen we overal vandaan om maar zo goedkoop mogelijk uit te zijn. De juiste contacten zijn daarbij heel belangrijk. Ons verhaal moet mensen enthousiast maken voor het schip. Daarom besteden we ook veel aandacht aan onze website, waar onder meer een mooie promotievideo op staat, en aan de Facebook pagina.’ Maar de vrijwilligers zien al die moeite ook regelmatig beloond. ‘Als we op een havenfeest staan, is er bij ons vaak een tientallen meterslange rij voor de valreep’, vertelt Gerrit van Elst. Hij weet wel waarom. ‘Op veel andere schepen krijg je lang niet alles te zien. Bij ons komen ze tijdens de rondleiding overal, behalve in de machinekamer omdat daar allemaal koperen leidingen lopen die we graag heel willen houden. En omdat onze bemanningsleden een marine-achtergrond hebben, kunnen ze op alle vragen antwoord geven en mooie verhalen vertellen over hoe het er vroeger op een mijnenveger aan toe ging.’ Jubileum in België.
Het werd al genoemd: de AMS-60 Bernisse werd in 1953 in België in de vaart genomen en is intussen varend erfgoed dat met liefde in stand wordt gehouden. De huidige bemanningsleden hebben er alle vertrouwen in dat de volgende generaties dat stokje zullen overnemen. Dit jaar is het schip 70 jaar oud. Daarom wordt in augustus de cirkel als het ware rondgemaakt. Van Elst: ‘De bouwwerf is al lang failliet, maar er is nog een vereniging van oud-werknemers. Die heeft ons uitgenodigd om het jubileum daar te komen vieren en dat is met bijdragen van gemeente, provincie en de vroegere eigenaar geregeld.’
Vilijn vult aan. ‘Dat wordt een feestelijk weekend en we zullen met het nodige ceremonieel worden ontvangen. Ergens is dat ook niet zo gek, want er waren ooit 400 van deze mijnenvegers maar de AMS Bernisse is de enige die is overgebleven in originele staat. En daar zijn we best trots op.’
Deel navigatieverlichting in het stuurhuis.