1954 – 1994

De Bernisse [M927-Spa] 1954 – 1994
We hebben onderzoek gedaan naar de geschiedenis van de Bernisse en hebben ook enkele houtscheepmakers gevonden die nog op dit schip hebben gewerkt op Boelwerf.


Spa in actie!

 

M927-Spa, zoals zij er na de aanpassing uitziet als de A963 en als de AMS60 Bernisse

De Bernisse is een houten kustmijnenveger klasse AMS 60 (Adjutant class motor Mine Sweeper.), type MSC (Mine Sweeper Coastal) en is gebouwd op Boelwerf naar analogie van in de VS gebouwde zusterschepen. Van dit type schepen zijn er sinds het begin van WOII wereldwijd zo’n 300 gebouwd waarvan het overgrote deel in de jaren 50.
Deze mijnenvegers werden na WOII ingezet om de kustwateren hier bij ons mijnenvrij te maken. De Nederlandse Marine en de Belgische Zeemacht werkten hierbij nauw samen. De Nederlandse Marine ontving tussen 1953 en 1954, 14 mijnenvegers.
De Belgische
zeemacht kreeg in dezelfde periode 26 stuks (M910 – M935).
In Nederland werden zij bekend als de Beemsterklasse.
Mutual Defense Assistance Plan (MDPA) Het grote Marshallplan (hulpprogramma van de VS) voor de heropbouw van de door de oorlog getroffen Europese landen was een financieel hulpprogramma. Daarnaast werd door de Verenigde Staten het MDPA opgezet. Dit was een soort militaire Marshallhulp, een programma dat er in voorzag om militaire goederen en technische te leveren aan de Europese landen na de oorlog. Nederland ontving dus 14 mijnenvegers. De meeste van deze mijnenvegers werden gebouwd in de VS maar gezien de grote aantallen zijn er, onder Amerikaans toezicht, ook gebouwd op Europese werven
Van de 26 kustmijnenvegers voor de Belgische zeemacht werden er 4 gebouwd op Boelwerf in Temse (M926 Mechelen, M927-Spa, M928-Stavelot, M929-Heist) en 4 op de Beliard-Crigh ton & Cº Werf in Oostende (M930-Rochefort, M931-Knokke, M932-Nieuw.poort, M933-Koksijde). Alle mijnenvegers hadden dus namen van Belgische steden, mooi verdeeld over de 2 landsdelen. De M927-Spa, gebouwd op Boelwerf, is hiervan het enig overgebleven schip en heet nu ‘Bernisse’.
Tewaterlating
Voor Boelwerf betekende deze order van 4 mijnenvegers, werkverschaffing voor 400 man gedurende 1,5 jaar. De kiellegging van de M927-Spa vond plaats in juni 1953.
Het schip werd, feestelijk bevlagd, te water gelaten op maandag 21 juni 1954 om 20u15.
De muziekkapel van de 11e brigade zorgde voor de muzikale noot. Z.E.H. Luystermans, deken van Temse, zegende het schip voor een behouden vaart.
Mevrouw Spinoy, echtgenote van de minister van landsverdediging, aanvaardde het meterschap en mocht het lintje doorhakken met het traditionele bijltje.
De fles champagne sloeg stuk tegen de boeg, waarna de stutbalken werden verwijderd en het schip op de met vet en bruine zeep bestreken stapelbalken de Schelde in gleed. Dit alles in aanwezigheid van heel wat eregasten.

Tewaterlating in Oostende van M930 met premier Achiel Van Acker in 1955

Boelwerf Een fragment uit de speech van George Van Damme (grote baas van Boelwerf, na de oorlog) die veel respect had voor zijn werklieden: “…mag ik hierbij nog onderlijnen hoezeer onze werklieden genot vinden in het uitoefenen van de houtbewerking: de stiel zit bij hen in het bloed en is als laaide de voorvaderlijke behendigheid weer op wanneer ze dit levendig materiaal omscheppen tot schip…” In het archief vonden we ook nog een lijst met dranken en rookwaren die verbruikt werden op deze tewaterlating. Er werden behoorlijk wat sigaren genuttigd: 138 Corona’s de Salon, 25 senator Excellent.
Ook Amerikaanse sigaretten konden niet ontbreken gezien de relatie van dit schip met de VS. In 1978 kreeg het schip een andere functie, het werd opgebouwd tot transportschip voor munitie en wapensensoren en kreeg een andere naam, nl. A963-Spa.
Het schip bleef in dienst tot 1993 en werd nadien verkocht. De Stichting Paradijsvogel uit Rotterdam kocht het schip aan in 1997 en heeft het inmiddels prachtig gerestaureerd.
Wat later kreeg het zijn huidige naam AMS 60-Bernisse naar het gelijknamige dorp nabij Rotterdam. Voor zover wij hebben kunnen achterhalen is de Bernisse het enige nog varend schip van dit type in Europa. De laatste verwezenlijking van de stichting is de restauratie van een 40 mm Bofors AA luchtdoelkanon. Eenzelfde soort geschut dat origineel op de M927-Spa heeft gestaan. Het werd in primeur in Temse getoond.

Scheepsbouwers
We zijn ook op zoek gegaan naar scheepsbouwers die nog aan dit schip gewerkt hebben. We hadden een gesprek met Gilbert Van Mullem en Roger van Kerkhove,
2 houtscheepmakers van toen, nu prille tachtigers. Beiden zijn op 14-jarige leeftijd beginnen werken op Boelwerf aan het begin van WOII. Toen was er volop werk in de scheepsbouw omdat Boelwerf verder werkte voor de Duitse bezetter, al was dat onder Frans Boel eerder schoorvoetend. Ze hebben ‘Franske Boel’, Boelbaas en burgemeester van Temse, nog gekend: ‘hij was nogal impulsief, hij kon je op staande voet ontslaan en vooraleer je de poort bereikte al terug in dienst nemen’. Roger herinnert zich ook nog de sabotage op de werf van o.m. een stapelloop waarbij een schip bleef ‘steken’ op de helling waardoor het niet te water kon gaan. Er werden dan massaal vingerafdrukken genomen en ondervragingen gehouden door de Duitsers. Dat was niet om te lachen. Na de dood van Frans Boel in 1943 kwam Jef Boel aan het roer, die collaboreerde wel met de Duitsers. Roger herinnert zich nog dat Jef Boel het cokesvuurtje waar de arbeiders zich aan warmden in de winter omver stampte met de mededeling dat hun kameraden aan het Oostfront het ook koud hadden en dat ze beter daar aan zouden denken. Roger is zoals zovelen begonnen bij de klinkers als nagelheetmaker, Gilbert begon aan de ponsmachine. Beiden hebben vroegtijdig gehoorschade opgelopen door het vele lawaai, ‘een cadeautje van de werf ’. Nadien werden ze na een opleiding als schrijnwerker, collega’s als houtscheepmakers. Deze vaklui bouwden houten schepen waaronder het gekende opleidingszeiljacht ‘Zenobe Gramme’, dat nog altijd vaart, en ook de kustmijnenvegers waaronder M927- Spa (Bernisse). Boelwerf Temse bouwde heel wat schepen voor Rusland en heeft zijn groei kort na de oorlog voor een deel hieraan te danken. Op hetzelfde moment werden de Amerikaanse kustmijnenvegers waaronder de Bernisse gebouwd onder toezicht van Amerikaanse technici in dienst van de US Navy. In volle koude oorlog was er dus wel wat zenuwachtigheid te bespeuren. De veiligheidsmaatregelen waren dan ook streng. Gilbert en Roger hadden een speciale pas nodig om deze schepen te betreden. Er mochten geen foto’s genomen worden en er was constant bewaking van de politie. Gilbert vertelt met fierheid over zijn werk op de Zaat. Hij legt uit hoe de mijnenvegers gebouwd werden: eerst de buitenkiel, dan de spanten en vervolgens de binnenkiel. In de kiel werd ook lood gegoten zodat het zwaartepunt naar beneden kwam te liggen. De machinekamer was een plezier om aan te werken, zegt hij. Alles paste precies, veel ruimte was er niet over. ‘Op de Zaat was ik altijd 100% met mijn vak bezig, andere dingen interesseerden me niet’. Af en toe liep het ook wel eens mis door een verkeerde berekening waardoor planken te kort waren. Op een gegeven moment was er een mijnenveger die water maakte. Gilbert moest enkele dagen naar Oostende om de oorzaak van het lek te onderzoeken maar kon niets vinden, althans niet aan het houtwerk.
Uiteindelijk bleken er gaatjes te zitten in het brons rond de schroef, een gietfout in de gieterijen in Luik waar het brons gegoten werd.

Gilbert Van Mullem Repareren van de sleden in het ‘sledenkot’

Averij In 1959 liep de M927-Spa zware averij op bij een ongeval in de Antwerpse haven waarbij het anker van een ander schip werd uitgegooid en terechtkwam op de lager gelegen voorsteven van de Spa die aan het aanmeren was. Het schip moest terug naar de Boelwerf voor herstellingen.
Er zijn toen verschillende foto’s genomen.


Werk aan de spanten door Roger Van Kerkhove

Houtscheepsmakers.
Een belangrijke job voor houtscheepmakers was het werken aan de houten sleden van de scheepshellingen voor en na tewaterlatingen. Een stapelloop was altijd een spannend moment, vertelt Roger. Hij herinnert zich nog levendig het fluitsignaal van hoofdingenieur Frank Van Dijcke, die zich op de brug van het schip bevond, waarna het schip afliep,
en gracieus de Schelde in gleed. Dit gebeurde altijd bij hoogwater, net vooraleer het water terug afging. Dit moment noemt men het wassend water, wat eigenlijk stilstaand water is. Een feestelijk moment met veel eregasten en champagne. Roger moest vaak ook vlaggetjes ophangen en tijdens de stapelloop de vlag onthullen die de naam van het schip bedekte. Kort na de oorlog kreeg hij per abuis in het magazijn de verkeerde vlaggetjes mee
en zonder dat hij er erg in had hingen er ook Duitse vlaggetjes tussen, toen kreeg hij serieus tegen zijn voeten! Roger herinnert zich ook een voorval in 1956 wanneer een Russisch schip werd te water gelaten terwijl op hetzelfde moment een volksopstand in Boedapest bloedig werd neergeslagen door Russische troepen. Van feestgedruis was er toen geen sprake in Temse. Internationaal nieuws had dus ook consequenties voor Boelwerf. Roger ging op brugpensioen in 1984, Gilbert in 1985, net voor de zwanenzang van Boelwerf.
Hieronder volgt een groepsfoto van scheepsbouwers bij de Bernisse in 1959 tijdens de herstellingswerken. We hebben de namen van een aantal mensen op deze foto kunnen terugvinden. Wie deze lijst kan aanvullen mag altijd een seintje geven via e-mail, een briefje of belletje naar Stichting tot Behoud van de AMS ms Bernisse secretarisbernisse@gmail.com


1 Kamiel Vervinkt
Houtscheepmaker
2 Roger van Kerkhove
Afschrijver
3 (?) De Bouw
Blikslager
4 Achiel van den Brande
Houtscheepmaker
5 Alouis de Nil
Houtscheepmaker
6 (?) Pochet
Houtscheepmaker
7 (?) Van Havere
Meestergast
8 Arthur Muys
Houtscheepmaker
9 ?
Houtscheepmaker
10 (?) Van Den Brande
Houtscheepmaker
11 (?) De Middelaer
Houtscheepmaker
12 Robert van de Voorde
Houtscheepmaker
13 Amadé Riské
Houtscheepmaker
14 Jozef Muys
Houtscheepmaker
15 Benoit van Hoeiwege
Houtscheepmaker
16 ?
Houtscheepmaker
17 Hubert van Lancker
Houtscheepmaker
Met speciale dank aan Gilbert Van Mullem, Roger Van Kerkhove, Luc en Monique Engels, Rudi Scheers, archief gemeente Temse en Jan Venema. Lieven Muësen