1995 – 2016

Buitendienststelling
In 1995 wordt de Spa buiten dienst gesteld door de Belgische Zeemacht en verkocht aan
een groep particulieren. De nieuwe eigenaars, vijf idealisten, willen met het schip
walvissen observeren. De voormalige Spa vindt een ligplaats te Willebroek,
nabij Antwerpen, ter hoogte van de spoorwegbrug.

Iedereen loopt dit schip altijd achteloos voorbij, maar eind januari 1996 komt het plotseling in de belangstelling te staan omdat het in aanvaring was gekomen met een sluisdeur, een lek in de machinekamer kreeg en de toenmalige eigenaren het ruim zonder meer leegpompten in de Vaart. Het gevolg was een forse olievervuiling. Het werd in België nationaal nieuws en meteen kende iedereen het afgedankte oorlogsschip van de Belgische Zeemacht. De olievervuiling en de daarmee gepaard gaande moeilijkheden hebben de eigenaren doen inzien dat zij met het schip verder niets konden uitrichten.
Zij zetten het daarop weer te koop.

Inmiddels heeft een aantal Nederlandse oud marinemannen die allen in Nieuw Guinea gediend hadden weer contact met elkaar gekregen. Ze zijn nog steeds vervuld van hun diensttijd en de armoede die zij daar tegenkwamen. Wie het oppert is niet bekend maar op een zeker moment ontstaat het plan om een stichting op te richten die ten doel heeft een weeskinderenproject in Nieuw Guinea geldelijk te gaan ondersteunen.
De enthousiaste mannen willen geld gaan inzamelen met behulp van een schip waarmee zij een promotiecampagne willen gaan houden.

Oprichting stichting
Op 2 september 1994 komt de stichting tot stand.
Als naam wordt gekozen voor  “Stichting Paradijsvogel”, met een link naar het nationale symbool van Nieuw Guinea. De eerste gelden worden door de mannen zelf bijeengebracht, onder meer door renteloze leningen te verstrekken. Daarna wordt een grote loterij gehouden en allerlei andere activiteiten georganiseerd tot er genoeg geld is om te gaan uitkijken naar een schip. Als oud marineman zijn zij op de hoogte van het feit dat de voormalige Spa ligt te rotten in België.

Koop van het schip
Eind februari 1997 komt de SPA in handen van de “Stichting Paradijsvogel”.
Er is niet meer precies te achterhalen wat er voor het schip werd betaald maar insiders spreken over een bedrag van 60.000 gulden! De mouwen worden opgerold en het inmiddels sterk verwaarloosde schip word herdoopt als “Paradijsvogel”.
Eenmaal aan boord blijkt dat er nog wel het een en ander gesleuteld moest worden om het schip vaarklaar te maken.

Vertrek naar Nederland
Eind juni 1997 is het schip provisorisch opgeknapt en wordt de reis van Willebroek in België naar Rotterdam aanvaard.

De technische problemen lijken in eerste instantie overwonnen, maar als het schip richting Rotterdam vaart, zijn de problemen aan het koelsysteem en technische mankementen aan de motoren groter dan verwacht. Ondanks testen en proefdraaien vooraf aan de tocht verloopt de reis niet vlot. Het schip had toch te lang stilgelegen!

Na de eerste vaardag moet het schip op de hoogte van Bruinisse, buitengaats, twee dagen ten anker gaan. Het eten raakt op, het water klotst in de ruimen en uiteindelijk moet de assistentie  van een sleepboot worden ingeroepen. Tegen een schappelijk prijsje brengt de sleper de Paradijsvogel naar Rotterdam waar het tenslotte in haar nieuwe thuishaven,
de
Bornissehaven, wordt afgemeerd.

Eerste thuishaven
In de jaren die volgen wordt erg veel tijd en energie gestoken in het reviseren van de originele motoren, het verhelpen van allerlei technische problemen en het installeren van navigatieapparatuur. Bovendien wordt de buitenkant van het schip flink onderhanden genomen. De patrijspoorten in de stuurhut worden vervangen door grote ramen; er wordt veel gesloopt en met name koperen leidingen en kabels die niet meer nodig zijn worden er uitgehaald en verkocht. In die tijd is er bijna niet gevaren.

Eerste proefvaart
In september 1999 wordt de eerste proefvaart gemaakt van de Bornissehaven naar
de Leuvehaven in Rotterdam. Daar neemt het schip deel aan de Wereldhavendagen.
Op 1 juni 2000 volgt de 2e proefvaart. De reis gaat van Rotterdam, via Scheveningen en IJmuiden naar Lelystad en weer terug naar Rotterdam.

In Scheveningen is het vlaggetjesdag en wordt er afgemeerd langszij de grote broer,
de ex  mijnenveger Mercuur . Er is veel belangstelling.    

Op 5 juni 2000 komt het schip in Lelystad aan. Het schip ligt prachtig aan de kust van het Markermeer naast de Hr. Ms. Harlingen, een operationele mijnenjager.
De herstelwerkzaamheden vorderen gestaag en in augustus meert de Paradijsvogel weer af in de Bornissehaven waar de restauratie met man en macht wordt voortgezet.
Omdat het schip hard aan een dokbeurt toe is wordt in 2001 contact gezocht met het historische Jan Blankendok in Hellevoetsluis waar het onderwaterschip in ruim een maand tijd wordt opgeknapt en de schroeven worden hersteld die wat schade hadden opgelopen in de Bornissehaven.

Naar Hellevoetsluis
Na lang onderhandelen met het gemeentebestuur krijgt de Paradijsvogel tijdelijk ligplaats in Hellevoetsluis.
Inmiddels is het oude bestuur van de stichting opgestapt. Er waren ruzies, verdachtmakingen en het plan om met dit oude en onbetrouwbare schip naar Nieuw Guinea te gaan had men inmiddels al laten varen. De club valt uit elkaar maar met behulp van een nieuw stelletje enthousiastelingen vindt er een doorstart plaats.
Wel wordt de doelstelling gewijzigd. Vrijwel al het geld dat door donateurs en sponsors wordt opgebracht wordt besteed aan de restauratie van het schip en Nieuw Guinea verdwijnt langzamerhand achter de horizon.

Steeds meer worden nautische evenementen bezocht waarbij een behoorlijke vergoeding wordt gevraagd voor de brandstofkosten en ook winst wordt gemaakt door publiek tegen betaling het schip te laten bezichtigen.

Vooral België, het moederland omarmt het schip met enorm enthousiasme en met  name het jaarlijks terugkerend evenement “Oostende voor Anker” levert genoeg geld op om weer in de wintermaanden verder te kunnen met de restauratie.

Naamswijziging
Bij het aanschrijven van organisaties om een evenement bij te kunnen wonen,
blijkt de naam “Paradijsvogel” regelmatig verkeerde associaties op te wekken.
Men verwacht een partyschip of een seksboot en ook bij het melden via de marifoon lijken we geen serieuze indruk te maken.

Bij het zoeken naar een andere naam wordt aansluiting gezocht bij het type mijnenvegers van deze klasse in Nederland. Deze klasse, waarvan de Koninklijke Marine er 14 in gebruik had stond bekend als de “Beemsterklasse”.  Alle schepen kregen een naam van een stad of dorp beginnend met de B.
De Beemster was de eerste in de rij. Daarna volgden de Bedum, Brielle, Bruinisse etcetera.
Al deze schepen waren inmiddels buiten dienst maar de traditie verbiedt om gebruik te maken van een reeds gebruikte naam. Omdat we ligplaats hebben in  Hellevoetsluis wordt gekozen voor de naam van een aangrenzend dorp, Bernisse.
In 2002 wordt de Paradijsvogel door de Burgemeester van Bernisse herdoopt tot Bernisse.

Brand!
Als we aan het eind van 2004 met de bemanning en partners het vaarjaar gezellig afsluiten aan boord, valt plotseling het licht uit. Bij nader onderzoek blijkt de machinekamer in brand te staan. Vermoedelijk is kortsluiting de oorzaak.
De brandweer heeft het vuur snel onder controle maar de schade is aanzienlijk.
Na een maandenlange reparatie aan een werf komt de Bernisse,
tegen de verwachtingen in toch weer in de vaart.

Brand in de machinekamerEr volgt dan een periode van betrekkelijke rust.
Tijdens de zomermaanden wordt er regelmatig gevaren met de Bernisse. We bezoeken zowel in België als in Nederland diverse nautische evenementen. Ook maken we tochten met donateurs en belangstellenden. Zowel in 2008 als in 2009 werden 12 vaartochten gemaakt, zowel eendaagse als meerdaagse.           

Een kanon
NBofors 40 mma veel ambtelijke hindernissen krijgen we in 2009 eindelijk vergunning om uit Engeland een oud Bofors 40 mm luchtdoelkanon te halen. In Nederland wordt dit kanon vrijwel nieuw gemaakt en komt het op de plaats waar het oorspronkelijk ook stond.

 

Ligplaatsproblemen
Na ruim twee jaar met plezier in Hellevoetsluis gelegen te hebben ontstaat er een conflict met het gemeentebestuur over het havengeld. Het is veel te hoog en wordt met terugwerkende kracht in rekening gebracht waardoor we behoorlijk in financiële problemen komen. We vertrekken, maar niet met de stille trom.
Het plaatselijke weekblad staat bol van het conflict en zelfs een landelijke krant besteedt er aandacht aan.
Onder een foto van de Bernisse die de haven van Hellevoetsluis uitvaart staat met koeienletters een kreet van een getergde secretaris: “Hellevoetsluis, bekijk het maar!!”
De verstandhouding lijkt voorgoed verstoord. Later blijkt dat dit meevalt.

Naar Maassluis

Ligplaats MaassluisDoor bemiddeling van de Burgemeester van Maassluis kunnen we daar terecht.
Echter opnieuw als tijdelijke oplossing.
Als er een herstructurering van de buitenhaven van Maassluis plaats vindt  moeten we ook daar weer vertrekken. Opnieuw een probleem. Nergens zijn we welkom!

Naar Rotterdam
Uiteindelijk helpt de directeur van Smit transport ons uit de brand door ons, (opnieuw tijdelijk) een plaatsje te gunnen in de Werkhaven in Rotterdam Heijplaat.
In 2011 moeten we echt vertrekken uit Rotterdam. Smit transport wordt verkocht en de nieuwe eigenaar heeft de ruimte zelf nodig. We zijn teneinde raad.
Allerlei instanties worden gebeld maar niemand zit te wachten op een oude mijnenveger die met zijn 44 meter een behoorlijke ruimte inneemt.

Opnieuw naar Hellevoetsluis
Toeval of niet: Als de nood het hoogst is komen we in gesprek met een oude relatie, een gemeenteraadslid van Hellevoetsluis. Samen met een bekende industrieel gaat hij zijn best voor ons doen. En met succes. We worden uitgenodigd door de gemeente Hellevoetsluis. Er is een nieuw gemeentebestuur dat grote plannen heeft waar wij misschien wel in passen. Er volgen diverse gesprekken.
Met de gemeente, de Wethouder en veel anderen.

Een aanbieding
We krijgen een contract aangeboden voor een jaar met het uitzicht op verlenging.
We krijgen subsidie van het havengeld en er worden plannen ontwikkeld voor de aanleg van de Koningskade, een boulevard waar het ramtorenschip de Buffel,
het lichtschip Noord Hinder en wij met de Bernisse plaats krijgen. Het wordt een ligplaats “op maat”, voorzien van alle voorzieningen die we nodig hebben.
Op een prachtige locatie, bij het Jan Blankendok en restaurant “Het Pomphuis”.
De prognose is dat die boulevard een grote publiekstrekker zal worden.

Op 6 maart 2012, na bijna een jaar lobbyen, besprekingen e.d. krijgen we bericht dat we welkom zijn op een tijdelijke ligplaats en vertrekken we opnieuw naar Hellevoetsluis.
Wat een verschil met onze vroegere contacten met Hellevoetsluis! Andere heren, andere wetten. Er waait nu duidelijk een andere wind. We zijn van harte welkom, de besprekingen verlopen in een prettige sfeer en we kunnen weer opgelucht ademhalen.
Als er overeenstemming met alle partijen is bereikt gaat de gemeente met voortvarendheid aan de slag en start een aannemer met het aanleggen van een museumboulevard,
die Koningskade zal gaan heten.

Jammer genoeg wordt het werk in het voorjaar 2013 tijdelijk stilgelegd omdat tijdens het slaan van een damwand een (leeg) projectiel vermoedelijk uit de eerste wereldoorlog wordt gevonden. In september 2013 worden de werkzaamheden weer hervat en de verwachting is dat de Koningskade in het voorjaar van 2014 gereed is. Intussen liggen wij prima op een tijdelijke ligplaats in de Koopvaardijhaven. De Buffel, inmiddels vertrokken uit Rotterdam vindt tijdelijk ligplaats in het Jan Blankendok.

Koninklijk Bezoek
Een prachtig hoogtepunt is het bezoek dat Koning Willem Alexander en Koningin Maxima aan Hellevoetsluis brengen.
Het gemeentebestuur vraagt ons of wij het Koninklijk paar met de Bernisse willen vervoeren naar een ander deel van Hellevoetsluis. Natuurlijk willen we dat en duizenden mensen juichen langs de kant als de oude dame met het pas gekroonde paar door het drukste gedeelte van de Vestingstad vaart.

Het winterseizoen
Aan het eind van 2013 zijn de vaartochten achter de rug. Gedurende de wintermaanden wordt groot onderhoud aan het schip gepleegd.
Er komt een beter instrumentarium, delen van het houtwerk worden vernieuwd,
er wordt geschilderd, getimmerd en gesleuteld.

De nieuwe ligplaats aan de Koningskade
Eind maart 2015 zijn we verhuist naar onze nieuwe ligplaats aan de Koningskade. Samen met de Buffel en de Noord Hinder liggen we op een schitterende locatie midden in het historisch centrum van Hellevoetsluis. De gemeente heeft de nodige faciliteiten aan de kade voor de schepen gerealiseerd waar we erg blij mee zijn.

Reizen in 2015
Voor het eerst zijn we gevraagd om bij de havenfeesten van Blankenbergen aanwezig te zijn met de Bernisse. Dit blijkt een groot succes te zijn.
De volgende reis blijkende problemen met de koeling van SB motor groter dan verwacht. Net buitengaats wordt de reis naar Oostende voortijdig afgebroken.
Na veel sleutelen door de machinisten kan de rest van het vaarprogramma uitgevaren worden. Met als hoogtepunt een bezoek aan de vlootdagen van de Marine met een groot gedeelte van de schepen en vliegtuig van het platform.
Het platform van Historische schepen van de Marine wordt opgericht en met een officiële wimpel uitreiking door de bevelhebber van de zeestrijdkrachten in Den Helder. De banden met de KM zijn hiermee flink aangetrokken.

In juni wordt het achterdek opnieuw gepekt en waterdicht gemaakt.
Hiermee zijn de jarenlange waterlekkages in de machinekamer verholpen.

Met de komst naar de nieuwe ligplaats zijn er ook een aantal nieuwe vrijwilligers aan boord gekomen. Onderling is er in het bestuur onenigheid over een aantal zaken.
Eind van het jaar is het complete (oude) bestuur opgestapt en vervangen door een nieuw bestuur. Hierdoor zijn we ook onze schipper Dick kwijtgeraakt. Gelukkig was er snel een nieuwe schipper gevonden welke bereid was zich als vrijwilliger aan de Bernisse te verbinden samen met zijn collega en nog een paar andere schippers vormen dezen pooltje waar we uit kunnen putten voor onze toekomstige reizen.
        

2016
2016 gaat te boek als een rampjaar voor de Bernisse. De belangrijkste vacature s zijn uiteindelijk toch aangevuld. Het aanbod van reizen is groot maar helaas komen met de proefvaart weer problemen naar voren met de SB motor.
De problemen met de koeling zijn verholpen. Waarschijnlijk als gevolg van de keren dat de Bernisse in de loop der jaren heeft vastgezeten is de tandwielkast van de keerkoppeling zodanig beschadigd dat deze vervangen moet worden. Na verder onderzoek blijkt dat de schroefas waarschijnlijk krom is en dit in de loop der jaren de tandwielkast heeft beschadigd. Onderdelen zijn niet meer te verkrijgen.

De machinefabriek Krimpen is bereid gevonden de originele tandwielen van de SB uit te voeren. Hierdoor is de dokbeurt voorlopig even gecanceld. Gelukkig zijn er ook nog wat positieve berichten te melden in 2016. Zo krijgt een vrijwilliger het voor elkaar om de Bernisse te voorzien van een nieuwe aggregaat met erg weinig draaiuren. Een sponsor voorziet ons van een gloednieuwe rubber bijboot en een gebruikte b.b. motor.

De veiligheid aan boord wordt flink onderhanden genomen waarbij het schip wordt voorzien van een professionele brandmeldcentrale en de benodigde blusmaterialen worden op peil gebracht. De Bernisse krijgt de beschikking over een portable motorspuitje waardoor er geen hulpmotor meer moet worden opgestart om voldoende bluswater te krijgen als dat nodig is. Blusleidingen worden weer operationeel gemaakt en de elektrische installatie wordt grondig aangepakt. De stuurhut met apparatuur is compleet gereviseerd. Het schip wordt flink opgeruimd, alle in de loop der jaren verzamelde spullen en resten hout worden naar de stort gebracht. De slechte stukken in de romp van het schip zijn aangepakt waarbij hele stukken zijn vernieuwd. De lekkage aan de spiegel is grotendeels verholpen. De motoren zijn grondig nagekeken. Onze sponsor van de digitale zeekaart schenkt ons de nodige software hiervoor en stelt deze ook beschikbaar aan het platform. Het bezoekersaantal is gestegen en de Vestingdagen waren een enorm succes mede dankzij de komst van 2 schepen van het platform. Helaas zijn er in 2016 ook weer een aantal vrijwilligers opgestapt. Gelukkig hebben we ook weer nieuwe vrijwilligers mogen verwelkomen waaronder een paar broodnodige timmerlieden met veel verstand van schepen en machinisten. Helaas heeft onze machinist van het eerste uur, zijn werkzaamheden moeten stoppen door gezondheid problemen. Gelukkig blijft hij ons wel in raad bijstaan waarvan verschillende keren gebruik is gemaakt.
In 2016 is er veel aandacht besteed aan de toekomst van de Bernisse. Zo is gekeken hoe we met de donateurs en sponsors omgaan. Plannen hiervoor worden ontwikkeld.
De site en de Facebookpagina worden regelmatig van nieuwe informatie voorzien.*

* Medio 2019 is de Facebookpagina ‘Vrienden van de AMS Bernisse’
de nieuwe pagina van de Bernisse en is begin juni 2022 het aantal leden 740.
Ook een nieuwe website is in juni 2022 op het internet gepubliceerd.